Bedrijfsreportage Loonbedrijf Haaijer

René Haaijer - Loonbedrijf.png

René Haaijer teelt samen met zijn vader Izebrand op de lichte dalgronden van de Veenkoloniën al jaren goede en bewaarbare uien. Haaijer senior was zelfs één van de pioniers die het gewas zo’n tien jaar geleden naar Oost-Groningen haalde. En met succes, want anno 2020 ligt de focus binnen het loon- en akkerbouwbedrijf Haaijer volledig op de uien. Tekst: Koen Janssen | Fotografie: Jan Buwalda

Van dat succes en van de ui willen we graag meer weten. En dus rijd ik vlak voor het zaaiseizoen naar Veelerveen. Een lintdorp in de gemeente Westerwolde, op steenworp afstand van de Duitse grens. Ik heb er een afspraak met René Haaijer, derde generatie Haaijer
binnen het loonbedrijf en sinds twee jaar mede-eigenaar in de vof. Stipt op tijd stap ik de werkplaats aan de Scheidingslaan binnen.

Agricola
René heeft me zien aankomen en staat zijn beoliede handen al te wassen. Zijn Agricola-combinaties staan er technisch top bij. “Mooi gepoetst ook voor het nieuwe seizoen,” meen ik te zien. “Nog niet goed genoeg hoor,” corrigeert René mij. “Dat moet nog, we willen dat ons
materieel perfect voor de dag komt.”

Even later zitten we aan de koffie in het fraaie woonhuis, waar René trots over de roots van het bedrijf vertelt. “Mijn opa is als akkerbouwer begonnen en in 1978 heeft mijn vader het bedrijf overgenomen. De hoofdmoot was altijd aardappelen, bieten en graan als derde gewas.
Dat laatste was op een gegeven moment amper lonend, dus toen er in 2009 vanuit AgriFirm een projectavond over uien werd georganiseerd, besloot mijn vader met een aantal anderen te gaan experimenteren met uien als derde gewas.”

Jubileum 
Dat verliep zo succesvol dat het jaar 2012 voor Haaijer het laatste jaar als regulier loon- en akkerbouwbedrijf werd. Izebrand Haaijer besloot zich namelijk volledig op de uienteelt te richten. “Mijn vader heeft meteen flink geïnvesteerd in de noodzakelijke kennis en mechanisatie. Nu, ruim tien jaar verder in de uien, mogen we onszelf specialist noemen,” stelt René en benadrukt daarbij zijn vaders belangrijke rol. “Hij heeft enorm veel kennis en nog altijd veel passie voor het vak en de uien. Hij draait nog volop mee in het bedrijf. In 2018 vierden wij zijn veertigjarig jubileum en voorlopig kan hij nog niet zonder zo lijkt het.” 

Bij het tweede bakkie besluit ik gerichter in te zoomen op de ui. Trouwens, dat uien gezond zijn is mij met de soeplepel ingegoten. Uien zijn lekkere smaakmakers, maar bevatten ook veel vitamine C, amper vet en hebben zwavelverbindingen die ontgiftend werken voor de lever. Daarnaast bevatten ze geen cholesterol en het eten van uien verlaagt het risico op bloedstollingen, waardoor de kans op hartaanvallen en beroertes afneemt. Ik voeg ze daarom al jaren standaard aan bijna al mijn gerechten toe. Tot grote hilariteit thuis trouwens.

"Veel Abianters hebben een achtergrond in de bedrijfsverzorging. Dat bevalt ons wel."

René Haaijer, mede-eigenaar Loonbedrijf Haaijer

Uiencyclus
Nu ik toch bij René aan tafel zit, grijp ik daarom mijn kans om meer over dit lekkere en gezonde gewas en de groeicyclus te horen. De zaaiperiode van uien is doorgaans medio maart tot eind april, zo leer ik als eerste. “Vorig jaar waren we er op 25 februari vroeg bij.
De grond moet bekwaam zijn hè en dat was vorig jaar al erg vroeg.”

“Na de zaaiperiode hebben we veel werk van de hoge onkruiddruk en de afgelopen jaren hebben we natuurlijk veel moeten beregenen,” aldus René. Beregenen blijkt bij uien een belangrijk proces. Een ui wil constante groei en teveel beregenen na droogte kan voor te snelle groei zorgen. En dat is niet goed voor de plant, “daar krijg je scheurkonten van,” zo lees ik in een quote van Izebrand op internet.

De uien-oogstperiode begint in augustus en duurt tot eind oktober. En dat oogsten gaat bij uien in twee fasen. Een ui rooi je en leg je eerst in een zwad. Na een korte velddroogperiode worden de uien vervolgens op kippers geladen en ingeschuurd. Bij Loonbedrijf Haaijer rooien
ze met drie Holeras-rooicombinaties jaarlijks in totaal zo’n 500 hectare uien. Het grootste gedeelte zaaiuien is voor export en de binnenlandse productie, maar Haaijer plant en rooit ook plantuien voor de industrie en export.

Quinoa, soja en sperziebonen
“We hebben de focus volledig op uien,” schetst René de bedrijfsactiviteiten. “Maar in de zomer zijn wij als loonbedrijf beschikbaar voor bijvoorbeeld onkruidbestrijding en beregening. Verder doen we wat in Parijse wortelen, quinoa, sojabonen en sperziebonen. Dat zaaien, schoffelen en beregenen in die gewassen doen we vanaf medio mei. We vinden het belangrijk om nieuwe kennis en ervaringen op te blijven doen. We krijgen namelijk steeds vaker vragen van biologische telers. En door te experimenteren blijf je leren en dat is erg belangrijk.”

Zelf draagt de familie Haaijer graag proactief hun kennis van de uienteelt over aan geïnteresseerden. “Er zijn inmiddels meerdere uientelers in het gebied en wij vinden het mooi om onze ervaringen met hun te delen.” René is daarbij niet bang dat er ineens nieuwe concurrentie zal ontstaan. “Uien doe je er niet zomaar even bij, het is een specialistische teelt. En daarbij; wij blijven zelf gewoon topkwaliteit leveren en op basis van die kwaliteit is er voor ons voldoende bestaansrecht.” 

Ik wil graag weten wat er volgens René zo bijzonder is aan de ui. “De charme van een ui?”, herhaalt hij mijn exacte vraag. “Het is een pittig gewas, een schraal
gewas ook hier op onze gronden. We hebben in de Veenkoloniën zogezegd behoorlijke onkruiddruk en daar moet je bovenop zitten. Bij uien heb je daarbij niet
veel mogelijkheden om onderweg te corrigeren, daarom moet je preventief denken en handelen. Dat maakt het mooi werk.”

Loonbedrijf Haaijer.png

Veris-bodemscanner
Uiteraard werkt Loonbedrijf Haaijer met moderne machinerie en de nieuwste technieken. “Wij kunnen niet meer zonder gps-systemen en werken met luchtdrukwisselsystemen voor bodemdrukbescherming. Tevens zijn wij in het bezit van een Veris-bodemscanner,”
stelt René. Met deze scanner kunnen er nauwkeurige beelden van de diverse bodemvariaties worden gemaakt.

Een gezonde bodem is een voorwaarde voor een geslaagde teelt met goede opbrengsten. Investeren in onderhoud en dus optimalisatie van de bodem is belangrijk. De bodemscanner maakt dit mogelijk. “Vroeger keek je naar percelen, nu kunnen we plaatsspecifiek werken en in kleinere vakken denken. De data van de verschillende bodemsoorten worden verwerkt en in kaart gebracht door een partnerbedrijf, waarbij de data vertaald worden naar taakkaarten.”
Met deze scanresultaten en taakkaarten kan Loonbedrijf Haaijer per perceel een actieplan opstellen waarbij er rekening gehouden wordt met bouwplannen, gewasrotatie en bodemdoelstellingen. 

“Ik vind het een interessante tijd,” besluit René. “De nieuwe technieken, smart farming als geheel; het biedt de agrosector mooie middelen en kansen. De voordelen zullen zich in de toekomst nog meer bewijzen. Zelf denken wij niet in angsten en nadelen, maar in kansen en voordelen. Ontwikkelingen blijven toch komen en daar gaan wij graag in mee.” 

Weersinvloeden
Wanneer we na een uur naar mijn auto lopen ben ik uien-technisch bijgeschoold. Wel wil ik nog wat weten over de relatie van Loonbedrijf Haaijer met Abiant. “Mijn vader doet al jaren zaken met Abiant, dat gaat al ver terug. Wij zijn echter geen grote afnemer en het liefst lenen we zo weinig mogelijk in,” verontschuldigt René zich. 

“We hebben geen grote pieken in ons uienproces en als alles loopt, kunnen we het werk zelf prima aan. Alleen door nadelige weersinvloeden kunnen
planningen hier anders lopen. In die noodgevallen schakelen we met Abiant en dan staan ze voor ons klaar. Dat gaat al jaren goed. Veel Abianters hebben een achtergrond in de bedrijfsverzorging en zijn van alle markten thuis. Dat bevalt ons wel.”

Lijn.jpg