Vollegrondsgroenten
De eerste jaren heeft Bruins Sr. de werkzaamheden gecontinueerd. “De akkerbouwactiviteiten waren kleinschalig, vandaar dat hij ook in loondienst werkte voor de werktuigvereniging Stadskanaal,” schetst Bert. “Toen dat werk wegviel, is hij vollegrondsgroente gaan verbouwen; prei, broccoli, knolvenkel, bloemkolen. Kijk, daar waar die schuur staat stonden vroeger bloemkolen en nog eens bloemkolen.”
“Begin jaren tachtig kwam mijn vader in aanraking met bloembollen. Hij begon op 0,8 hectare lelies op contract te telen. Hij begon samen met Drents-Groningse telers zoals Marinus Jan Blauw en Otto ter Velde. De bollenhandel groeide parallel aan de vollegrondsgroente, maar daarin kenden we sterke prijsschommelingen. Dat bleek geen stabiele basis om grootschalig in te investeren.”
Bollengroei
Daarom werden de vollegrondsgroenten vaarwel gezegd. “In die periode kwam ik in het bedrijf, een paar jaar later volgde Ronnie. We zijn ons toen als een van de eerste bedrijven volledig gaan richten op de levering van bollen. We groeiden snel naar zo’n 25 hectare.” De bollenhandel nam een flinke vlucht door de aanschaf van moderne bollenspoelmachinerie. Eerst werden bollen nog gerooid met zand en toen geplozen en met de hand geraapt. Erg arbeidsintensief. De nieuwe mechanisatievorm in de bollensector bleek echter voor de familie Bruins een capaciteitskans beaamt Bert. “Het zorgde voor areaalgroei, want door de bollenspoelers konden we veel meer bollen aanvoeren. Vanaf toen ging het hard.”
Asperges
De bollen hadden en hebben de overhand in de maatschap. Toch is er naast die kleurrijke handel altijd passie geweest voor smakelijke nevenhandel; asperges. Een ‘hobby’, waar Bert en zijn vrouw als tiener mee begonnen. “We hebben de aspergehandel altijd aangehouden. Kijk, we telen ‘slechts’ 2,5 hectare asperges, maar dat moet je goed doen. Je bent er een korte periode van vroeg tot laat mee bezig. Je moet er echt wat mee hebben.”
De aspergeteelt is van 20 april tot 20 juni. Een kort fragment in het agro-jaar. “Maar het is mooie handel. Je krijgt een eerlijke prijs voor een eerlijk product. De meeste asperges verkopen we aan particulieren, ze komen van ver in Duitsland naar onze winkel.”
In die winkel blijk je niet alleen vers gestoken asperges te kunnen kopen. “Jongens, we doen echt van alles,” glundert Bert. “Een beetje reuring en beleving in de winkel is mooi man. En we hebben niet alleen de lekkerste asperges, maar ook aspergesoep en jawel; aspergekroketten! Die maakt Rien Prinsen van ‘Krokettenkunst’. Die man maakt overal kroketten van.”
Jaarcyclus
Bert heeft de smaak te pakken. Erik en ik genieten van zijn verhalen. Als agrofreaks en arbeidsspecialisten zijn we benieuwd naar het jaarritme bij Maatschap Bruins. “Ik zal jullie vertellen kerels; wij hebben de arbeidsfilm zo ingevuld dat we geen uur rust hebben,” begint hij gekscherend. “Dat begint met voorjaarswerkzaamheden en het planten van de bloembollen; circa 80 hectare anno 2021. Daarbij zaaien we 40 hectare suikerbieten en 20 hectare eerstejaars plantuien.”
“Als we vervolgens eind april ’s avonds door het veld lopen vinden we de eerste asperges. Dat duurt tot circa 20 juni en tegen die tijd zijn de eerste lelies zover dat ze gekopt kunnen worden. Dat duurt tot begin augustus. Dat koppensnellen en het steken van asperges doen we met Oost-Europeanen. Man, wat hebben die mensen een positieve werkethos.”
“In augustus mogen we op vakantie en september vind ik de mooiste maand. Het is vaak nog lekker weer. Die maand mag het even rustig zijn, maar dan pak ik ook bewust mijn rust. Vervolgens maken we in oktober het machinepark klaar voor de lelieoogst. Dat start eind oktober na de aardappeltijd. Dat is qua personeel erg handig.”
Tekst gaat verder onder afbeelding.